Warmtenet Zuid-Limburg is een initiatief van de gemeenten: Beek, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Sittard-Geleen, Stein, de Provincie Limburg en Enpuls Warmte Infra (onderdeel van Enexis)

Veelgestelde vragen

Terug
Hieronder vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over Warmtenet Zuid-Limburg. We leggen uit hoe een warmtenet werkt, welke andere duurzame oplossingen er zijn, hoe de techniek werkt, wat de invloed op de omgeving is, hoe het proces verloopt en wat de kosten zijn. Kies een onderwerp en leer meer over Warmtenet Zuid-Limburg.

Warmtenet

Wat is een warmtenet?

Een warmtenet is een systeem dat warm water via ondergrondse leidingen naar huizen en gebouwen brengt. Dit warme water komt van één of meer warmtebronnen. Zodra het water zijn warmte heeft afgegeven aan de verwarming en het tapwater in het gebouw, stroomt het afgekoelde water terug naar de warmtebron om opnieuw verwarmd te worden.  

 

In elk huis of gebouw is er een kleine installatie, de afleverset. Deze bevat een warmtewisselaar en een warmtemeter. De warmtewisselaar zorgt ervoor dat het water in het verwarmingssysteem van het huis wordt opgewarmd door het water uit het warmtenet. Het warm water voor radiatoren, vloerverwarming en het warme water voor de kraan en douche worden zo door de warmtewisselaar gemaakt. De warmtemeter laat zien hoeveel warmte je gebruikt. Een warmtenet wordt ook wel stadsverwarming genoemd. 

Hoe lang gaat een warmtenet mee?

Een warmtenet gaat technisch gezien minstens 50 jaar mee. Met goed onderhoud kan het zelfs meer dan 70 jaar meegaan. Sommige onderdelen boven de grond moeten wel regelmatig worden vervangen. Denk bijvoorbeeld aan pompen, branders van back-up gasketels (voor tijdens noodgevallen), en kleppen die elektronisch worden aangestuurd. Deze onderdelen hebben een levensduur van ongeveer 15 jaar. 

Welke warmtebronnen kunnen gebruikt worden voor warmtenetten?

Voor warmtenetten kunnen verschillende warmtebronnen worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn restwarmte uit fabrieken of datacenters, aardwarmte (geothermie), en warmte uit oppervlaktewater, lucht of riolen. Ook waterzuiveringsinstallaties kunnen warmte leveren. De warmtebronnen kunnen verschillen in de temperatuur die ze afgeven.

Wat zijn de voordelen van een warmtenet?

Als je stopt met het gebruik van aardgas, zijn er verschillende alternatieven. Een warmtenet kan er daar één van zijn, afhankelijk van waar je woont. Een groot voordeel van een warmtenet met hoge temperatuur of middentemperatuur (meer dan 70 °C) zoals Warmtenet Zuid-Limburg is dat je bijna niets in huis hoeft te veranderen. Je kunt de aardgasketel eenvoudig vervangen door een warmte-afleverset. Je huidige radiatoren kun je blijven gebruiken, en je hoeft je huis niet eerst te isoleren. Hierdoor is een warmtenet vaak de goedkoopste manier om aardgasvrij te worden. 

 

Meestal gebruikt het warmtenet ook nog een klein beetje aardgas, naast de duurzame bron. De verantwoordelijkheid voor het verduurzamen van het warmtenet ligt bij het warmtebedrijf. Als je volledig van het gas af wilt gaan, hoef je als consument alleen nog je gaskookplaat te vervangen door een elektrische kookplaat, na aansluiting op het warmtenet. Daarnaast is er geen risico meer op gasexplosies of koolmonoxidevergiftiging in je huis.  

 

Het is slim om ook na aansluiting op een warmtenet je huis verder te verduurzamen. Dit kun je het beste doen op natuurlijke momenten, bijvoorbeeld als je toch al aan de slag gaat met je woning. Denk aan dakisolatie tijdens het vervangen van een oud dak, of vloerisolatie en vloerverwarming bij de renovatie van je keuken of badkamer. Zo kun je bij het verduurzamen flink besparen. 

Hoe betrouwbaar is een warmtenet?

Een warmteleverancier heeft een leveringsplicht. Dit betekent dat ze altijd warmte moeten leveren aan de gebruiker. Deze verplichting staat in de Warmtewet, die ervoor zorgt dat consumenten met een warmtenetaansluiting goed beschermd zijn.

 

Om ervoor te zorgen dat je altijd warmte hebt, heeft de warmteleverancier een back-upinstallatie. Deze installatie wordt ingeschakeld als de gewone warmtebron onderhoud nodig heeft of als er een storing is. Warmtenetten zijn even betrouwbaar als het gasnet en elektriciteitsnet en leveren warmte net zo zeker als een goed onderhouden aardgasketel. 

Is een aansluiting op een warmtenet veiliger?

Een warmtenet is veiliger dan een aardgasketel of haardvuur, omdat er geen verbranding in huis plaatsvindt. Dit betekent dat er geen risico is op koolmonoxidevergiftiging of brand, zoals bij een aardgasketel of haardvuur. Daarnaast zorgt een warmtenet voor betere luchtkwaliteit in en rond je huis, en is er geen kans meer op een gaslek.

Andere oplossingen voor duurzame warmte

Waarom gebruiken we geen waterstof of biogas om woningen duurzaam te verwarmen? Kunnen we dit soort investeringen niet beter uitstellen tot er meer helderheid is over waterstof of groen gas?

Waterstof en groen gas (hernieuwbare gassen) lijken voor veel mensen een goede oplossing om gebouwen duurzaam te verwarmen. De bestaande gasleidingen kunnen namelijk hergebruikt worden, en je hoeft in huis, behalve een nieuwe gasketel, weinig aan te passen. 

 

Toch zijn er belangrijke nadelen. Voor het maken van waterstof is veel duurzame elektriciteit nodig, wel zes keer meer dan voor verwarmen met een warmtepomp. Bovendien zijn hernieuwbare gassen in de toekomst hard nodig voor de industrie en luchtvaart, omdat daar vaak geen andere opties zijn. In de industrie zijn hoge temperaturen nodig, bijvoorbeeld voor het maken van staal. Ook zijn deze gassen erg licht, wat ze geschikt maakt voor zware voertuigen zoals vrachtwagens en vliegtuigen. 

 

Duurzame gassen zijn schaars en zullen waarschijnlijk niet genoeg beschikbaar zijn om op grote schaal huizen te verwarmen tot 20 °C, ook niet over 30 jaar. Voor het verwarmen van woningen zijn er genoeg andere goede oplossingen, zoals warmtenetten of warmtepompen. Daarom is het slim om nu te investeren in een warmtenet, als dat in jouw gebied mogelijk is, in plaats van te wachten.

Nederland gaat van het aardgas af en Duitsland gaat juist aan het aardgas. Waarom?

Ook Duitsland stopt in 2050 met het gebruik van aardgas. Toch is de situatie daar anders dan in Nederland. In Duitsland kan er namelijk nog veel CO₂-uitstoot worden verminderd door juist over te stappen op aardgas. 

 

In Nederland heeft bijna ieder huishouden al een aardgasaansluiting. Maar in Duitsland wordt meer dan een kwart van de huizen nog verwarmd met stookolie of steenkool. Deze verwarmingsmethoden zijn erg vervuilend. Als alle oude olieketels worden vervangen door moderne aardgasketels, kan de CO₂-uitstoot van Duitse huishoudens met ongeveer 30% dalen. Maar ook deze huizen zullen op zijn laatst in 2050 hun verwarming moeten aanpassen naar een systeem zonder aardgas. 

 

Aardgas wordt in Duitsland gezien als een ‘schonere’ fossiele brandstof dan stookolie of steenkool. Daarom gebruiken ze aardgas als een tijdelijke oplossing om minder afhankelijk te worden van deze vervuilende brandstoffen. Ondertussen werkt Duitsland aan een duurzamere energiemix voor de toekomst.

Hoe zit het met individuele oplossingen zoals warmtepompen in vergelijking met een warmtenet, voor mijn nieuwe/oude woning?

Met een warmtepomp kun je je woning zelf duurzamer maken en op een zuinige manier elektrisch verwarmen. Er moet wel genoeg elektriciteit beschikbaar zijn voor het extra elektriciteitsverbruik. Niet elke woning is makkelijk geschikt te maken voor een warmtepomp. Nieuwe woningen zijn meestal meer geschikt dan oude woningen. 

Voor woningen die na het jaar 2000 zijn gebouwd, zijn een warmtenet en een warmtepomp (inclusief de nodige aanpassingen) ongeveer even goed. Het is daarom vaak beter om een warmtenet aan te leggen in oudere wijken, omdat dit hier goedkoper is dan andere opties zonder aardgas. Maar zowel oude als nieuwe woningen kunnen aangesloten worden op een warmtenet, zolang ze niet te ver uit elkaar liggen. Het is aan de gemeente om te bepalen waar een warmtenet het beste werkt en waar andere oplossingen beter zijn. Dit wordt beschreven in de gemeentelijke transitievisie warmte (TVW). 

Techniek

Wat is het verschil tussen een hoge temperatuur warmtenet en een lage temperatuur warmtenet?

Het belangrijkste verschil tussen een hoog- en laagtemperatuur warmtenet zit in de temperatuur van het water dat door het netwerk stroomt en gebruikt wordt voor verwarming. 

 

Hoge temperatuur warmtenet: 

  • Dit netwerk levert warmte met temperaturen boven de 80 °C. Dit is dezelfde temperatuur als de verwarming met een standaard cv-ketel . Hierdoor kan het warmtenet de cv-ketel vervangen. 
  • Het is geschikt voor verwarming in oudere gebouwen, waar vaak standaard radiatoren worden gebruikt, die hoge temperaturen nodig hebben. 

 

Lage temperatuur warmtenet: 

  • Dit netwerk levert warmte met temperaturen onder de 80 °C, meestal tussen de 20 °C en 50 °C. 
  • Het is vooral geschikt voor moderne, goed geïsoleerde gebouwen met vloerverwarming, speciale radiatoren voor lage temperatuur of andere systemen die werken op lage temperatuur. 

 

Het verschil in temperatuur beïnvloedt hoe zuinig het verwarmingssysteem is en de soorten gebouwen waarvoor het geschikt is. Lage temperatuur warmtenetten zijn vaak zuiniger omdat ze minder energie nodig hebben om duurzame warmtebronnen te kunnen gebruiken. 

Hoe ziet een aansluiting van mijn woning eruit?

Allereerst verdwijnt de cv-ketel zoals je die nu kent uit je woning. In plaats daarvan krijg je een afleverset die de warmte van het warmtenet doorgeeft aan de cv-leidingen en warm tapwaterleidingen in je huis, en ook meet hoeveel warmte je gebruikt. Zo krijg je dus ook warm water uit de kraan en douche. Dit gebeurt zonder dat het warme water uit het warmtenet door je cv-leidingen stroomt, er zit een scheiding in de afleverset. Op deze manier kun je je eigen installatie veilig onderhouden zonder dat dit invloed heeft op andere woningen in de buurt. De afleverset is meestal kleiner dan je huidige cv-ketel. De afleverset blijft eigendom van het warmtebedrijf, dus jij hoeft je er verder geen zorgen om te maken. De afleverset wordt vaak op de plek van de oude cv-ketel geplaatst, of in de meterkast. Voor het aanleggen van een warmtenet is er graafwerk nodig in je straat en naar je woning, zodat de buis met het warme water je huis in kan komen. 

Wordt altijd 70 °C geleverd? Gaat er geen warmte verloren onderweg?

Net als bij een elektriciteitsnetwerk of gasnetwerk gaat er onderweg wat energie verloren, of is er extra energie nodig om de warmte te vervoeren. Hier wordt in het technische ontwerp van het warmtenet rekening mee gehouden. 

 

Voordat iemand aangesloten wordt, worden afspraken gemaakt tussen het warmtebedrijf en de gebruiker. In deze afspraken staat onder andere welke minimale temperatuur geleverd moet worden. Het warmtebedrijf is verplicht om die minimale temperatuur te garanderen: zij moeten dit echt leveren, omdat dit is afgesproken in het contract. Als de temperatuur meerdere uren onder die grens komt, is er sprake van een storing. In dat geval moet het warmtebedrijf de storing zo snel mogelijk oplossen en krijgt de gebruiker een vergoeding, net zoals bij een stroom- of aardgasstoring. 

Warmtenet Zuid-Limburg

Wat is Warmtenet Zuid-Limburg

De gemeenten Beek, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Sittard-Geleen, Stein, de Provincie Limburg en Enpuls Warmte Infra (een zusterbedrijf van netbeheerder Enexis) werken samen aan onderzoek naar de mogelijkheid om een regionaal duurzaam warmtenet aan te leggen. Het doel is om het gebruik van aardgas door woningen en kantoren flink te verlagen en de CO₂-uitstoot te verminderen. Het project, met de naam Warmtenet Zuid-Limburg (WZL), begint met het gebruik van ongebruikte restwarmte, die wordt geproduceerd door bedrijven op chemiepark Chemelot in de gemeenten Sittard-Geleen, Stein en Beek. WZL kan op grote schaal bijdragen aan de klimaatdoelen en zorgen voor betaalbare warmte in Zuid-Limburg, wat bijdraagt aan een duurzamere toekomst voor de regio.

Hoeveel woningen en andere gebouwen kan WZL verwarmen?

Op dit moment is er genoeg restwarmte beschikbaar om warmte te leveren aan tussen de 70.000 en 130.000 woningen en andere gebouwen in Zuid-Limburg. De temperatuur van deze warmte is minimaal 70 °C. Hierdoor hoeft een woning niet eerst geïsoleerd te worden voordat deze kan aansluiten op het warmtenet. In de toekomst wordt verwacht dat de temperatuur in het netwerk langzaam zal dalen, omdat er steeds meer duurzame bronnen worden toegevoegd. Uiteindelijk zal de temperatuur waarschijnlijk tussen de 50 °C en 60 °C komen. Het is mogelijk dat het netwerk in de toekomst verder groeit dan nu verwacht. 

Waarom zijn niet alle Zuid-Limburgse gemeenten betrokken bij WZL?

Uit eerdere onderzoeken naar het gebruik van restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot is duidelijk geworden dat een warmtenet vooral een goed alternatief is voor aardgas in dichtbevolkte gebieden. Dit heeft geleid tot een zoekgebied dat bestaat uit de volgende 10 gemeenten: Beek, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Sittard-Geleen en Stein. De andere gemeenten liggen in het heuvelland, waar de bebouwde gebieden te ver uit elkaar liggen om een warmtenet aan te leggen. Voor deze gebieden zijn andere oplossingen voor aardgas vaak voordeliger. Daarom maken deze gemeenten geen deel uit van Warmtenet Zuid-Limburg. Het is overigens niet zo dat alle woningen in het zoekgebied automatisch aangesloten worden op het warmtenet. Vooral de stedelijke gebieden binnen deze gemeenten, of kleinere kernen tussen grote stedelijke gebieden, kunnen op een betaalbare manier met elkaar verbonden worden door het warmtenet. De gemeente legt vast welke oplossing het beste is in welk gebied.

Hoe worden de exacte locaties bepaald waar WZL wordt gerealiseerd?

Op dit moment is nog niet precies bepaald in welke wijken of straten het warmtenet komt. De gemeentelijke Transitievisie Warmte (TVW) geeft wel aan waar de gemeente het warmtenet als beste oplossing ziet. De gemeente bepaalt dus waar een warmtenet wel of niet mogelijk is. Het is aan de gemeente om een warmtebedrijf aan te wijzen voor deze gebieden. Het warmtebedrijf zal, in samenwerking met de gemeente, onderzoeken of een warmtenet haalbaar is in de gekozen gebieden. Dit hangt onder andere af van de bereidheid van bewoners, bedrijven en instellingen om zich aan te sluiten. Pas als dit duidelijk is, kan het warmtebedrijf beginnen met de aanleg van het warmtenet.

Hoeveel CO₂-uitstoot kunnen we per jaar besparen met WZL?

Het besparen van CO2 is een wettelijke verplichting voor het warmtebedrijf. In de toekomst moet het warmtenet 100% duurzaam worden. 

 

Op basis van de huidige restwarmte van de bedrijven op chemiepark Chemelot kan een schatting gegeven worden van de besparing. Als alle restwarmte wordt gebruikt om aardgas te besparen bij bewoners en instellingen, kan dat maximaal 340 kiloton CO₂ per jaar besparen. Dit komt ongeveer overeen met de jaarlijkse CO₂-uitstoot van 218.000 auto's(berekend op basis van 120 gram CO₂ per kilometer en 13.000 km per jaar). 

Waar komt de warmte vandaan?

De warmte voor een warmtenet kan uit verschillende warmtebronnen komen. In het geval van WZL komt de eerste warmte uit diverse restwarmtebronnen van bedrijven op chemiepark Chemelot. In de toekomst worden er duurzame warmtebronnen ontwikkeld, zoals grootschalige aquathermie (waarbij gebouwen worden verwarmd en gekoeld met warmte en koude uit oppervlaktewater, afvalwater of drinkwater), of restwarmte uit waterstofproductie. Deze duurzame bronnen zullen de restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot aanvullen of vervangen.

Hoe kan WZL vanaf het startpunt verder worden uitgebreid?

Dicht bij chemiepark Chemelot kan het warmtenet direct gebruikmaken van de restwarmte van de bedrijven op chemiepark Chemelot. Voor gebieden die verder weg liggen, zoals Maastricht, Heerlen of Brunssum, is een grote transportleiding nodig om de warmte daar naartoe te brengen. Het aanleggen van zo’n leiding is een grote en dure operatie, vooral vanwege de lange afstand. 

 

Daarom wordt deze leiding pas aangelegd als er in die gebieden al een lokaal warmtenet van voldoende grootte is. Zo weet men zeker dat de dure leiding ook echt gebruikt zal worden. Totdat de grote transportleiding is aangelegd kan het lokale warmtenet worden verwarmd met duurzame bronnen uit de buurt of een tijdelijke warmtebron. 

 

Op deze manier worden alleen de leidingen aangelegd die nodig zijn, en kan het warmtenet stap voor stap worden uitgebreid. Dit zorgt ervoor dat de kosten en risico’s van het project beter onder controle blijven. 

Wat als er bedrijven op chemiepark Chemelot verdwijnen?

Niemand kan volledige zekerheid geven dat de bedrijven op chemiepark Chemelot altijd als warmtebron blijven bestaan. De bedrijven op chemiepark Chemelot willen zich in de toekomst ontwikkelen tot een knooppunt van duurzame industrie in Europa en hebben daarvoor een haalbaar plan gemaakt. 

 

Als sommige bedrijven op chemiepark Chemelot weggaan en er daardoor minder restwarmte beschikbaar is, zijn er genoeg andere duurzame opties om warmte te leveren met het warmtenet. Daarnaast kunnen er afspraken worden gemaakt met de bedrijven op chemiepark Chemelot over hoe lang van tevoren ze moeten aangeven dat de restwarmte stopt. Dit voorkomt dat de warmte plotseling wegvalt. 

 

Het warmtebedrijf, en niet de bedrijven op chemiepark Chemelot, is verantwoordelijk voor een betrouwbare levering van warmte aan de klanten. Het warmtebedrijf zorgt daarom voor voldoende andere opties, zowel op korte als lange termijn. Ze zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat gebruikers altijd warmte hebben. 

Welke alternatieve warmtebronnen zijn er naast de restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot?

In Fase 1 van Warmtenet Zuid-Limburg is onderzocht welke duurzame warmtebronnen in de regio beschikbaar zijn. Deze kunnenop korte of lange termijn de restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot te vervangen als dat nodig is. Deze bronnen zijn onderzocht: 

 

  • Warmte-koude opslag (WKO) in de bodem
  • Warmte uit oude mijngangen in voormalige mijngebieden
  • Geothermie: ondiepe, diepe en ultradiepe aardwarmte uit de bodem
  • Gesloten diepe geothermie (Eavor-loop)
  • Zonthermie (warmte van de zon) gecombineerd met WKO
  • Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)
  • Thermische energie uit afvalwater (TEA)
  • Thermische energie uit drinkwater (TED)
  • Restwarmte van waterstofproductie
  • FUREC-project (chemiepark Chemelot)
  • Biobased restwarmte uit de biobased economie (chemiepark Chemelot)
  • Biomassa (vast en vloeibaar)
  • Biogas, syngas en groen gas
  • Restwarmte uit rioolwaterzuiveringsslib (RWZI-slib)  

 

Waarom wordt er gestart met fossiele restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot en niet meteen met een duurzame warmtebron?

Het is een bewuste keuze om eerst de restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot te gebruiken. Deze warmte zou anders verloren gaan en kan door Warmtenet Zuid-Limburg bijna gratis worden ingezet. Dit betekent dat er minder geld nodig is om het warmtenet te laten starten en dat er direct CO₂-besparing plaatsvindt, omdat de aangesloten gebouwen geen aardgas meer hoeven te gebruiken. De inkomsten die hiermee worden verdiend, worden door het warmtebedrijf gebruikt om de kosten van de aanleg van het warmtenet terug te betalen. 

 

Als het warmtenet vanaf het begin met een volledig duurzame warmtebron zou werken, kost dat veel meer geld. Deze duurzame warmtebronnen hebben meestal een lagere temperatuur. Om de temperatuur geschikt te maken voor bestaande gebouwen, zijn daarom industriële warmtepompen nodig, die veel elektriciteit verbruiken. De hoge kosten hiervan laten te weinig over om de investeringen terug te betalen. 

 

Door eerst de restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot te gebruiken, kan het leidingnetwerk worden aangelegd en gefinancierd. Het netwerk kan wel 50 tot 70 jaar meegaan. Zodra het leidingnetwerk grotendeels is terugbetaald, komt er ruimte om meer duurzame bronnen aan te sluiten. Op die manier kan het warmtenet in twee stappen volledig duurzaam worden. 

 

In het beste geval verduurzamen de bedrijven op chemiepark Chemelot zelf hun energie en grondstoffen, waardoor hun restwarmte uiteindelijk ook duurzaam wordt. Als dat niet lukt, zal de fossiele restwarmte van de bedrijven op chemiepark Chemelot geleidelijk worden vervangen door duurzame warmtebronnen met een middelhoge temperatuur. 

Worden we niet te afhankelijk van bedrijven die misschien niet meer willen verduurzamen?

Nee, we worden niet afhankelijk van bedrijven die niet meer willen verduurzamen. De CO₂-reductie door het gebruiken van restwarmte uit de industrie komt niet ten goede aan die bedrijven. Zij moeten zich nog steeds houden aan hun eigen doelen om minder energie en schonere energie te gebruiken. 

 

In de toekomst zal de industrie, zoals de Nederlandse chemische sector, draaien op schone energie en biogrondstoffen. Ook gaan ze circulaire producten maken, dat zijn producten waar geen afval bij vrij komt en die steeds opnieuw gebruikt kunnen worden. Volgens het Klimaatakkoord moeten deze bedrijven in 2050 helemaal geen CO₂ meer uitstoten. Om dat te bereiken, hebben ze afspraken gemaakt met het ministerie van Klimaat en Groene Groei (voorheen het ministerie van Economische Zaken en Klimaat). 

 

Als bedrijven op chemiepark Chemelot in de toekomst zouden verdwijnen of stoppen met het leveren van warmte, blijft de infrastructuur gewoon bruikbaar. De leidingen kunnen warmte van verschillende bronnen vervoeren. Dit is al meegenomen in de eerdere onderzoeken van WZL. 

 

Uit die onderzoeken blijkt dat er voldoende duurzame alternatieve warmtebronnen zijn naast de bedrijven op chemiepark Chemelot, zoals: 

 

  • Aquathermie uit de Maas en Maasplassen
  • Geothermie uit oude mijnen
  • Warmte uit slibverwerking bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI)

 

In de toekomst komen er ook nieuwe mogelijkheden, zoals:

 

  • Restwarmte uit de biobased economie en waterstofproductie
  • Gesloten diepe geothermische systemen, zoals het Eavor-concept.
 

Waarom lukt het nu wel om een warmtenet aan te leggen met restwarmte van bedrijven op chemiepark Chemelot als warmtebron, terwijl dat in het verleden niet is gelukt?

Het Warmtenet Zuid-Limburg (WZL) is ontstaan door te leren van eerdere projecten. Die projecten waren niet geschikt voor het aardgasvrij maken van veel woningen en gebouwen. Niet alleen in Limburg, maar ook in heel Nederland is men tot de conclusie gekomen dat de overheid de leiding moet nemen bij dit soort warmtenetten. Bedrijven die in handen zijn van een overheid hoeven niet dezelfde winst te halen als commerciële bedrijven.  Hierdoor kan geld bespaard worden, en zijn er meer mogelijkheden zijn om zowel bewoners als bedrijven aan te sluiten. Zo kan er ook beter gewerkt worden aan een duurzame oplossing voor de hele regio. 

 

Het project blijft een grote uitdaging, waarbij veel aandacht is voor de risico’s. Daarom wordt het WZL stap voor stap ontwikkeld. De stap die nu gezet wordt, is om het warmtenet eerst op kleine schaal te ontwikkelen. In dit gebied zal onderzocht worden of het mogelijk is dat het warmtebedrijf voldoende winst maakt en gebruikers niet te veel betalen. 

Ben ik vrij om te kiezen van welke warmteleverancier ik warmte afneem?

Nee, dat is niet mogelijk. Net zoals bij de drinkwatervoorziening is er een wet die de gebruikers van het warmtebedrijf beschermt tegen te hoge kosten. Ookcontroleert de overheid het warmtebedrijf, zodat zij hun werk goed doen. Op het moment dat het warmtenet wordt aangelegd, hebbeninwoners wel de keuze om hier wel of geen gebruik van te maken. Je mag ook een ander verwarmingssysteem gebruiken, maar dat moet in de toekomst wel een systeem zonder aardgas zijn.

Wordt men gedwongen om aan te sluiten op WZL?

Nee, je hoeft niet verplicht aan te sluiten op een warmtenet zoals WZL. In het Nationaal Klimaatakkoord staat wel dat de warmtevoorziening in Nederland duurzamer moet worden en minder CO₂ mag uitstoten. Dit betekent dat aardgas voor het verwarmen van gebouwen op termijn verdwijnt. Gemeenten doen hier onderzoek naar en maken plannen hiervoor. In gebieden waar WZL wordt aangelegd, kunnen bewoners kiezen voor het warmtenet, of ze kunnen zelf een oplossing zoeken, zoals een elektrische warmtepomp. Bewoners mogen dus zelf beslissen welk duurzaam alternatief voor aardgas het beste voor hen is. De gemeente helpt bewoners om deze keuze te maken.

Omgevingseffecten

Wat zijn de effecten van een warmtenet op de directe omgeving?

Een warmtenet heeft weinig invloed op de directe omgeving, zodra het klaar is. Tijdens de aanleg worden er wel werkzaamheden uitgevoerd in de straat, vergelijkbaar met werkzaamheden aan de riolering. Dit kan een korte tijd overlast veroorzaken, omdat de straat open moet om de leidingen aan te leggen. Als de leidingen eenmaal in de grond liggen, heeft het warmtenet, net zoals andere ondergrondse infrastructuur, bijna geen invloed op de omgeving. Alleen tijdens graafwerkzaamheden in de straat moet men na de aanleg van het warmtenet rekening houden met de leidingen die in de grond liggen. 

Wat zijn de effecten van een warmtenet op onze gezondheid?

Aardgas is in verhouding een schone brandstof, maar het stoppen met het verbranden van aardgas zorgt toch voor een kleine verbetering in de luchtkwaliteit in een stad. Aardgasketels stoten namelijk stikstofoxiden (NOx), koolstofdioxide (CO₂), en een kleine hoeveelheid koolmonoxide (CO) en fijnstof uit. Als een warmtenet gebruik maakt van restwarmte die er al was, heeft het geen negatieve invloed op de gezondheid. 

Welke invloed heeft een warmtenet op de natuur en dieren?

De aanleg van een warmtenet kan invloed hebben op de natuur en dieren. Hoe groot deze invloed is, hangt af van de plek waar het warmtenet wordt aangelegd. De Wet Natuurbescherming stelt regels voor het effect dat de aanleg van een warmtenet mag hebben op de natuur en dieren. In een stedelijke omgeving is er geen negatieve invloed. Er is zelfs een positieve invloed , omdat er geen aardgas meer wordt verbrand in de woningen. Hierdoor is er minder uitstoot van stikstofoxiden (NOx). 

Project en proces

Wat is de planning voor het project?

De ontwikkeling van Warmtenet Zuid-Limburg gebeurt in verschillende fases. De verschillende fases worden in onderstaande figuur weergegeven. Zie hiervoor ook de webpagina 'planning' op deze website.

 

 

Heeft de gemeente nog invloed op het warmtebedrijf nadat deze is opgericht en de kaders zijn vastgesteld?

Nee, nadat het warmtebedrijf is opgericht, heeft de gemeente geen invloed op de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf, ook niet als zij aandeelhouder is. De gemeente heeft wel een belangrijke andere rol in de nieuwe warmtewet, zij moet namelijk controleren of het warmtebedrijf de taken goed uitvoert. Het warmtebedrijf mag bijvoorbeeld geen warmtenet aanleggen als de gemeente het plan niet goedkeurt. Als aandeelhouder kan de gemeente samen met andere aandeelhouders wel bepalen hoe het regionale warmtebedrijf bijvoorbeeld keuzes maakt voor nieuwe investeringen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vraag waar het benodigde geld vandaan moet komen.

Financieel

Hoeveel investeringen zijn er nodig voor de aanleg van WZL?

Dit is heel afhankelijk van de vraag waar het warmtenet wel en niet mogelijk blijkt te zijn. Stel dat bijvoorbeeld zo veel aansluitingen op het warmtenet mogelijk zijn, dat alle huidige restwarmte vanuit Chemelot gebruikt kan worden. In dat geval zijn investeringen in de ordegrootte van twee miljard euro nodig. Dit wil niet zeggen dat alleen gemeenten dit bedrag moeten bijdragen. Hiervoor zijn ook bijdragen van lokale, provinciale en nationale partijen nodig, ook zal er sprake zijn van bijvoorbeeld leningen van banken en kan het project mogelijk subsidies krijgen. 

Als er straks maar één leverancier is (monopolie), hoe weet ik dat de prijs dan niet enorm stijgt?

Voor WZL wordt onderzocht om een publiek warmtebedrijf op te richten. Publiek” betekent dat het in handen van de overheid is en het belang van de samenleving moet dienen. Hoge prijzen passen daar niet bij, het is niet de bedoeling dat een publiek bedrijf grote winsten maakt. Daarnaast zijn er ook in de wet regels vastgelegd waardoor de prijs niet te hoog wordt. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) bepaalt de maximale prijzen die warmtebedrijven (zowel privaat als publiek) voor warmte mogen vragen. In de huidige Warmtewet zijn de prijzen gekoppeld aan de aardgasprijs. Daardoor stegen de warmteprijzen sterk in 2022, toen de energieprijzen veel hoger werden. Dit was niet de bedoeling en zal in de toekomst worden aangepast. In de nieuwe Warmtewet (Wet collectieve warmte) zal de prijs van warmte niet meer gebaseerd zijn op de aardgasprijs, maar op de werkelijke kosten van de warmte.

Hoe kunnen we voor de inwoner de kosten zo laag mogelijk houden?

Voor WZL wordt onderzocht om een publiek warmtebedrijf op te richten. “Publiek” betekent dat het in handen van de overheid is en het belang van de samenleving moet dienen. Winst is dus niet het belangrijkste doel. De kosten van een warmtenet worden vooral bepaald door de benodigde investeringen in het aanleggen van het netwerk en de kosten voor het opwekken van de warmte. De publieke partijen die betrokken zijn bij WZL doen hun best om de financiering zo goedkoop mogelijk te krijgen, net zoals dat gebeurt bij andere publieke nutsvoorzieningen, zoals wegen, rioleringen, waterleidingen en elektriciteitskabels. Voor de warmte-opwekking wordt gebruik gemaakt van bestaande restwarmte, die gratis wordt geleverd aan WZL. Het kost wel geld om de leidingen aan te leggen naar de restwarmtebron toe.

Overig

Welke gevolgen heeft de sluiting van een van de naftakrakers op chemiepark Chemelot voor WZL?

Het is al een tijd bekend dat de naftakraker Olefins 3 mogelijk gaat sluiten. Omdat al langer bekend was dat de toekomst hiervan onzeker is, is in de berekeningen voor WZL geen rekening gehouden met de restwarmte van deze naftakraker. Omdat men al uitgaat van de sluiting, verandert er nu dus niets voor WZL. 

Staat uw vraag er niet tussen?

Stel uw vraag per e-mail of telefonisch aan ons.

Contact

Aanmelden voor onze nieuwsbrief

Bent u geïnteresseerd in en/of (professioneel) betrokken bij Warmtenet Zuid-Limburg? Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen rondom Warmtenet Zuid-Limburg.